Maandag: regen, dinsdag: regen, woensdag… ?
Wat de week van de Hunsruck moest worden, kon uiteindelijk toch geen week zonder wandelen worden? We legden de agenda’s naast elkaar, de coronavrees naast ons neer en weg waren we: twee dagen Dinant, drie vriendinnen onder elkaar.
We hadden elk al onze corona-railpass ontvangen en uiteraard geen sprake van om de oktoberritten niet te gebruiken. We namen om 9u24 de trein in Aalter naar Gendron-Celles. Aan het station van Gendron een terras en licht: joepie! We mochten er onze boterhammen niet opeten op het terras. We picknickten dan maar aan de start van onze tocht tussen de opeengestapelde kajaks, het heeft ook zijn charme. Een drietal dat ook uit de trein gestapt was koos voor de afvaart van de Lesse. Koud water, brrrr! Carine zocht de rood-wit streepjes op het einde van de parking stroomafwaarts en we gingen van start na nog eens goed de route te hebben bekeken. Vlug kwamen we aan de buvette “La Flobette”: “Ouvert”. We herinnerden deze van ooit eens de afvaart te hebben gedaan met de kayak. We waren er niet alleen: de buvette ligt op de 3.5 km lange bezoektocht van het mooie “natuurpark Furfooz” en bracht, net als de lokale biertjes, nog andere wandelaars hierlangs.
Een beetje verder langs de Lesse namen we de variant op de GR 126 naar het dorpje Furfooz en onderweg zagen we enkele “trous” uit de oude steentijd, net als de restanten van een oud Romeins badhuis. Nog toegankelijk tot 8 november en later in het weekend bij mooi weer. We stegen naar het mooie en vredige dorpje om terug af te slaan naar links, terug richting de Lesse. We hadden op 205m hoogte doorheen de mooi verkleurende bomen prachtige zichten op de kronkelende rivier. Eens terug aan de Lesse toch eens checken welke kant op van de GR 126: omhoog over de spoorwegbrug en terug naar beneden de Lesse verder stroomafwaarts volgend voor een verdere 1.5 km. De route gaat vervolgens weg van de rivier richting de Maas maar die pikken we morgen terug op. We volgden de oever verder en zien dan het mooie, in grijze blauwsteen, statige Chateau Walzin hoog boven de Lesse opduiken. Mijn medewandelaarsters waren danig onder de indruk. Hier hebben de kajakkers de uitdaging om in de versnelling van de rivier, net voor de oude watermolen, geen water te maken in hun bootje, of erger… Bij de oude site staat vermeld dat restauratie van de molensite, onderaan het kasteel, werd gestart. Eindelijk. Vroeger moest je hier door de rivier waden om de andere oever te bereiken maar een paar jaar terug werd er een mooie brug gebouwd voor mountainbikers en wandelaars. Wel reeds beschadigd door een omgevallen boom. Het bracht ons na nog een anderhalve kilometer stappen tot aan ons hotel “Castel Pont a Lesse”, gelegen in een mooi, prachtig onderhouden 25 hectare groot park met een rijke, lange geschiedenis en eeuwenoude bomen.
Het hotel beviel: een mooie kamer (gereinigd met ozon verneveling tegen het covid-19 virus), het aperitief en het diner waren net als alle andere extra’s meer dan in orde.
Na het uitgebreide ontbijt en een toer in het park: onze tweede dag. We namen de Rue de Waulx: een klim met aan de rechterzijde een enorme, oude boomgaard om terug aansluiting te zoeken met de GR 126. Deze vonden we op de verbindingsweg Famignoul-Anseremme rechts volgend. Links de afdaling naar de Maas. Ik herinner me dat we deze eens deden stijgend op een zondag- bustocht met Rik en Laura en haar bus. Waar is de tijd gebleven? Gelukkig droog weer nu! We deden de afdaling op een traag tempo, Nadine is niet de meest zelfzekere daler maar met de begeleiding van Carine en mezelf deed ze het prima. Eens beneden: een korte pauze om de benen en knieën te laten bekomen. Daarna naar rechts rond de rots van Freyr in de Maas. Leuk en net breed genoeg om niet in het water te vallen! We zagen er een paar alpine klimmers hun ding doen! We kregen een zicht op de “Chateau van Freyr” aan de overzijde, gekend van zijn collectie sinaasappelbomen en zijn labyrint. Ik liet me ooit eens vertellen dat daar voor het eerst koffie gedronken is in België? De plezierhaven van Anseremme en de mooie statige huizen langs de Maas konden bekoren. Onder andere een prachtig huis bewoond door de baron die eigenaar is van de Citadel van Dinant. Het was eraan te zien. Een kleine kapel met bijhorend kerkhofje lag ook op onze weg.
We zagen de monding van de Lesse op het oude 16de -eeuwse brugje en een brasserie die open was net voor de kerk van Anseremme.
We checkten de vertrekuren van de trein en deden nog een toertje doorheen het mooie, vernieuwde Dinant, weliswaar met nog veel leegstand.
Ons tochtje zat erop: leuk en … wordt herhaald!
Martine