Pas half tien stap ik in Basse-Wavre van de trein.
William stuurde een wandelroute door, ’t is vrijdag-wandeldag, tijd voor een verkenning.
Van het station in oostelijke richting, de Dijle over. Amper een kilometer verder laat ik asfalt en beton achter mij. Voorlopig volg ik de “Promenade du Grand Tour”.
Via een mollegang duik ik onder de N 25 door, stap verder door de bosrand met af en toe doorkijkjes over uitgestrekte golvende graanvelden. Dyon-le-Val ligt er verlaten bij. Kerkje, een enorme vierkantshoeve, een straatje met oude huisjes en we zijn er door. In open veld zijn de wegbermen schilderijtjes; stillevens vol bloemen, vol kleur. Smalle, diep ingesneden holle wegen zorgen voor een beetje schaduw.
Dwars door een tarweveld kom ik uit bij het riviertje “le Train”. Oversteken en dan langs de “Ry de Hèze” naar het dorpje Hèze, deelgemeente van Grez-Doiceau.
Ik eet mijn boterhammen op, op een stapel boomstammen aan de rand van het Bois de Glabais en vervolg mijn route langs stille veldwegels. Even voor Bonlez kom ik terug bij “le Train”.
Ik volg stroomafwaarts, terwijl in de verte Thor en Wodan de kleine patatjes uitgieten op de zolder. Als de kleintjes op zijn worden ook de grotere uitgegoten en meteen gespoeld. Het giet.
Gelukkig biedt een overjaarse vlier doorgroeid met klimplanten voldoende beschutting en duurt de bui niet lang. Als ik verderga trakteert de begroeiing mij op het extra water waar het mij zo even voor spaarde. In Bonlez gaat de GR links door het dorp maar ik besluit “le Train” te volgen langs een klein paadje dat door de regen verrassend glibberig blijkt.
Als ik terug op het rood-geel kom blijkt het pad ondoordringbaar. Netels en bramen staan metershoog en druipend nat. Een stuk asfalt is het gevolg, maar ook het vervolg is niet altijd evident want de netels hellen door het gewicht van het water over naar het pad.
Aan de rand van Dion-le-Val kom ik bij een ijsjeszaak. Zoiets kun je niet zomaar voorbijlopen bij warm weer.
Het smaakt. Daarna verder langs de Ancien Chemin de Nivelles. Op een kruispunt staan twee kapelletjes. Alletwee ferm toe, met een hangslot… dit terwijl het onweer dreigt. Ik haal het niet tot onder de N 25 en ben gedwongen om, op mijn hurken, met regenjas en paraplu, te schuilen achter een boom. Het pad wordt herschapen in een beek.
Ook dit duurt niet echt lang en in Basse-Wavre vind ik een café om even te bekomen.
Deze wandeling gaat door op zondag, 21 juni ’20.