Verslag wandeltocht: LA HAUTE PROVENCE par les Gorges du Verdon

(Van Castellane naar Manosque in 7 dagen via GR4)


Niemand wou blijkbaar de trein missen. Op de voorziene stopplaatsen stond iedereen klaar om met het minibusje naar Rijsel (Lille Flandres) te rijden. We hadden gekozen voor een dag heenreis, 7 dagen wandelen, en een dag terugreis.
Het verkeer liet ons probleemloos reizen waardoor we het uur speling konden benutten met een koffie op een terras.
Een naadloze verbinding tussen TGV en touringcar bracht ons van Lille tot Manosque in minder dan 6 uur.


Om kwart na 6 konden we de bus nemen die ons via Digne Les Bains naar Castellane bracht.
De planning was inchecken in het hotel en dan de tijd nemen om Manosque te verkennen en een hapje te eten, maar een hevige onweersbui met hagelstenen wijzigde de plannen. Uiteindelijk moesten we door de regen een restaurantje zoeken dat we dan ook vonden aan een van de stadspoorten van Manosque. Het overdekte terras rook erg “kruidig” door een tafeltje verstokte rokers, maar de lamsschenkel was heerlijk en “smetsochte” (heel zacht , als smout zo zacht; een typische Urselse uitdrukking). Op tijd in bed was de boodschap want ’s morgens hadden we nog een busrit van 2 uur voor de boeg om aan de startplaats te geraken.

Onderweg genoten we alvast van de vallei van de Durance om dan via de N85 een voorloper van de Alpen over te steken naar het stroomgebied van de Verdon, onze gids voor de volgende 7 dagen. Woensdag betekent marktdag in Castellane. We namen ons ontbijt en sloegen proviand in onder de vorm van baguette,saucisson et fromage locale.
De regen besefte ondertussen dat we hoe dan ook zouden wandelen en hield dan ook op na de eerste km.

De aanloop naar de eerste toppen was gemoedelijk en gaf ons de tijd de nevelslierten te bewonderen die net als wij uit de vallei opklommen tot over de bergkammen.
Na onze eerste beklimming vonden we een prachtig picknickplaatsje bij de kapel Saint-Jean waar we om 12u de klok luidden.
In de namiddag hesen we ons verder omhoog over diverse cols. Onderweg konden we orgelpijpen kopen in Chasteuil , troffen we een verlaten kruiwagen aan op meer dan 1000m hoogte ( een mens vraagt zich af hoe die daar terechtkomt?) en zagen we hoe bos zich herstelt na een brand.

 

Net voor Rougon staken we nog de hoogvlakte van Suech over op een hoogte van 1200 m. Gevangen aan alle zijden door bergtoppen waren we blootgesteld aan de 2de regenbui van de dag. Op het plateau lagen grote ondiepe plassen verscholen in het gras waardoor we laveerden naar de overkant. De afdaling naar Rougon, een dorpje met eersterangs uitzicht op de Gorges du Verdon, verliep vlot en eindigde op het terras van Crêperie Le Mur d’Abeilles.

Met een pannenkoek met honing beloonden Peter en Kurt zichzelf voor de geleverde inspanning. De derde regenbui van de dag dwong ons naar binnen en we besloten voor de 4de regenbui die er zat aan te komen af te dalen naar ons einddoel; l’Auberge du Point Sublime. Die afdaling was technisch toch ietsje moeilijker en met die 4de regenbui die er sneller was dan gedacht kwamen we drijfnat aan. Briek kwam halverwege de afdaling tot het besef dat zijn “toebak” nog boven lag en was teruggekeerd waardoor hij een uur later arriveerde als een verzopen kieken.

De volgende dag, grote teleurstelling bij mezelf om 7u. Wat de mooiste dag van de wandeling moest worden dreigt in het water te vallen. Of beter gezegd de mist in te gaan. De kloof is volledig gevuld.  Gelukkig is de zon sterk genoeg en lost de mist op na het ontbijt. Wanneer we bij Couloir Samson staan, kan er geposeerd worden in volle zon. Hier start le Sentier Blanc-Martel; waarschijnlijk de bekenste wandelroute in de Verdon. Je gaat door 2 tunnels (670m en 110 m), krijgt enkele steile klims en afdalingen te verwerken en als kers op de taart “Brèche Imbert”, een constructie bestaande uit 18 ladders met in totaal 252 treden. Ondertussen krijg je fantastische zichten voorgeschoteld.

We beginnen meteen met de langste tunnel die grotendeels meer dan 10 à 15 cm water bevat. Te diep om zomaar te negeren , dus met de zaklamp gaan we op zoek naar de ondiepe plaatsen en losliggende stenen die ons boven water houden. Ook de andere wandelaars passen die techniek toe, waardoor al snel een rij lichtjes op zoek gaat naar het einde van de tunnel. 

Ondanks de talrijke waarschuwingen dat het hier om een moeilijke tocht gaat voor geoefende wandelaars zien we meerdere wandelaars die duidelijk geen benul hebben van wat hen te wachten staat.

En er staat ons inderdaad heel wat te wachten, er zijn geen woorden voor de overweldigende schoonheid van de kloof. Je moet er wel je tijd voor nemen. Tijdens het stappen kan je niet zomaar rondkijken of voor je het goed en wel beseft zie je de kloof vanuit een veel lager perspectief . ’s Middags eten we met z’n allen in een halfopen grot met zicht op de Verdon beneden en gieren boven. Het lunchpakket bevat naast oa. een pasta pesto ook een brikje waarvan ik dacht dat het een kinderdrankje was. Bleek dat het om appelmoes gaat in een knijpverpakking, een totaal nieuwe ervaring van appelmoes eten.

Tijdens het eten verzamelen zich onweerswolken die even later voor een bui zorgen. We zitten droog dus even wachten en we kunnen verder.

De tocht gaat verder van hoog boven de Verdon naar het water en terug boven. Van totaal onbeschermd in volle zon te lopen langs een rotswand om even later tussen de koelte van  bomen te wandelen. Bij een 2de bui schuilen we in groepjes onder vooruitstekende rotsen en kloven waarna we het meest spectaculaire naderen: een constructie van 18 ladders tussen 2 rotswanden zal ons 80m hoger helpen over een vooruitstekende rotspartij. Tijdens de beklimming van de toch wel smalle ladders hebben we veel tegenliggers. Het is niet eenvoudig om met de rugzak te passeren. In principe hebben de stijgers voorrang , maar wegens ademtekort laten we gedwee mensen passeren tussen 2 ladders door.

We vervolgen de weg op en neer naar Chalet de La Maline. Onderweg kunnen we de grot van de beer zien en een eeuwenoude witte eik. Het is nog een pittig stukje naar de Chalet maar het vooruitzicht op een frisse pint motiveert.

Het terras van de chalet kijkt uit op de kloof en ook hier laten zich vale gieren spotten. Ondanks de regenbuien van de laatste dagen gelden bijzondere maatregelen in de Chalet inzake watergebruik. Voor ons die maar een nacht blijven kan er geen douche af, we krijgen toegang tot een mindervalidentoilet met wastafel en dit voor een 20-tal  gasten. De toiletten zijn buiten en van het “droog” principe, geen “foreetje” maar een soort lopende band die de “boodschap” na 5 trappen op een pedaal naar achter brengt. Ook hier een nieuwe ervaring.

Het avondmaal wordt voor alle gasten gezamelijk opgediend aan de grote tafel en bestaat uit een soort kippenrol en puree met kaas die je het best als Tec-7 kan omschrijven. Maar honger is de beste saus en wijn is overvloedig aanwezig. Tijdens het eten merken we de veranderlijkheid van het weer op. Binnen de 5 minuten kunnen we volledig in de wolken zitten die opstijgen uit de kloof om even later even snel te verdwijnen.

Aan tafel hebben we nog een geanimeerd gesprek tussen de groep en de andere gasten. Telkens weer komt de vraag naar onze taal en herkomst. Groot is hun verbazing als ze horen met welk gemak wij ons bier in het frans bestellen, onze duitse vrienden behoedzaam uitleggen dat 11 november een verlofdag is en linksrijders de weg tonen terwijl wanneer we onderling bezig zijn niemand er een jota van begrijpt.

We trekken het niet te lang, er staat ons morgen immers de langste en lastigste tocht van de trip te wachten. In een volgende aflevering leg ik meteen ook het verband uit tussen Kanaal-Z en de smokkelaars.

Wordt vervolgd…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *